Prosciugato sul Lago Maggiore

De reis loopt ten einde, althans onze Giro d’Italia. We zijn inmiddels heelhuids via de gevarenzone aangekomen aan het Lago Maggiore. De reis liep zonder enig oponthoud, geen nare dingen gezien. Wel een wijngaard die blank stond en, heel voor de hand liggend, een kolkende rivier de Po. Heel bruin water, dat duidt er meestal op dat er veel zand meegespoeld is dat van de velden, akkers of oevers mee is gekomen. We zijn geen fan van ramptoerisme, doen er niet aan mee en hebben er gelukkig ook geen signalen van gezien. Eigenlijk gewoon een goede reis via de snelweg dus. Uitgerust kwamen we dan ook aan op de camping en vonden een plek met uitzicht op het meer, redelijk dicht bij het water. De plek voelde redelijk stevig aan, maar was nog wel wat modderig en dus ontstond nog wel enige twijfel over de mogelijkheid van verzakking. Dus naast de blokken ook maar de antislipmatten neergelegd. Dat zag er op het eerste ook redelijk stabiel uit. Wel een beetje in de gaten houden of we niet wegzakken en ook bij een mogelijke flinke regenbui toch maar een hoger gelegen plek zoeken. Maar de weersverwachting was dat er tenminste twee zonnige dagen zouden volgen. Dus het mogelijke probleem lost zich vanzelf op als de grond opdroogt.

We hadden geen actief programma voor de komende dagen, anders dan wat fietsen, wandelen en zwemmen. Opdrogen en uitrusten was het motief, dus begonnen we ‘s morgens na de koffie met het kuisen van de camper. Niet heel hard nodig, maar ja ” je moet er wel mee over straat” zou Karin zeggen. Moet er dus wel een beetje netjes uitzien. Daarna het grote nietsdoen en ook weer zon en dan droogt het lekker, daar deden we het voor. Nietsdoen is vooral zitten en lezen. En ter afkoeling, ja het werd echt warm, even een frisse duik in de heldere water van het Lago en dan weer opdrogen (prosciugato) Verder niets!

Maar ja een dag nietsdoen begint het wel te kriebelen, dus de volgende dag toch maar even Komoot erbij gepakt en een fietstochtje uitgezocht.

Opvallend om te zien dat al die Italianen met hun tuin of tuinhek of de buitenboel aan de slag waren gegaan. Nu het allemaal eindelijk een beetje opgedroogd was, moest er blijkbaar wat gewerkt worden. Veel grote tuinen met dito huizen zie je hier. De verschillen met het zuiden zijn heel groot. Nu is de omgeving van het Lago Maggiore ook wel een soort Wassenaar. Dat de verschillen met het diepe zuiden wel erg uitvergroot. Mooie grote huizen met dito tuinen, dus het nodige te onderhouden. Uitzichten tussen de huizen door en bij ook tijdens de koffie zijn echt fantastisch.

We kwamen onderweg ook nog een aardig restaurant tegen voor een laatste echte Italiaanse “pranzo” . Daarna nog wat boodschappen en dan verder nog even wat genieten van de zon nu het nog kan. De vooruitzichten voor morgen zijn weer zodanig dat we besloten hebben ons verblijf tot twee dagen te beperken. Er komt woensdag weer veel regen aan, dus wegwezen hier.

Tegen de avond pakken donkere wolken zich boven de bergen samen. De buienradar er maar even bij gepakt en de Italiaan meldde dat de onweersbuien op gepaste afstand zouden blijven, maar onze Buienalarm app gaf een enorme bui met heel veel neerslag aan. We hadden angst dat we bij een doorweekte ondergrond niet meer weg zouden kunnen. Paniek! Koffie snel opdrinken en heel snel verkassen naar een hogere gelegen plek op de camping. Binnen 10 minuten zonden we daar en wachtten op wat er verder stond te gebeuren. Het gedonder kwam steeds dichter bij, maar de regen bleef uit. Voor niets alle moeite. De Italiaanse app deed het deze keer beter dan de Nederlandse. Nou ja dan kunnen we morgen snel weg. Op een symptomatische wijze afscheid nemen van Italië; vluchtend voor de regenbuien.


Grande amore per Siena

We waren er al eerder geweest, ergens in de vorige eeuw. Een Fietstocht met Anne en Koos door Toscane. Met het vliegtuig, fietsen mee, naar Firenze en daar dan aankomen zonder fietsen en slechts een deel van de bagage. Uiteindelijk kwam het allemaal goed en de voorlaatste etappe eindigde toen in Siena. We hebben toen op het Piazza del Campo, het centrale plein, in de stad zitten uitrusten en met grote verbazing zitten kijken, alleen maar kijken en verbazen. Over de toren, de omringende gebouwen en vooral de fraaie vorm van het plein. Toen hadden we niet zo veel tijd om alles te bekijken dus het lijstje was bij lange na nog niet afgevinkt.

Toen we gedwongen door de buien op zoek gingen naar plekken in Italië die we graag wilden bezoeken, kwam Siena al snel naar boven. De oude vakantieliefde van destijds bloeide alweer op bij de gedachte. Gerda had nog wel een bezoekenwensenlijstje klaar liggen en dat sloot ook nog eens goed aan bij de weersverwachting. We vonden een aardige camperplek, wederom agriturismo, en dus stonden we weer gezellig onder de olijfbomen. Siena op fietsafstand, met uiteraard wat klimmetjes, daar ontkom je niet aan in het Toscaanse landschap.

Na aankomst een plan gemaakt voor het bezoek de volgende dag. Uiteraard het weerzien met het Piazza, de straatjes, maar ook de bezoeken aan De Duomo en het museum.

De Kathedraal van Siena staat nu ook hoog op mijn favorietenlijstje. Die is gewoon super mooi, alles in evenwicht qua kleur, qua vormgeving, qua uitstraling. Heel anders dan Sint Pieter in Rome, die staat ook hoog op de lijst, maar deze is mooi vanwege een voor mij ondefinieerbare schoonheid in bescheidenheid en volledigheid, binnenwerk en buitenwerk, wanden en vloeren, kleur en vorm, toren en koepel, gewoon compleet.

Siena ligt op een aantal heuvels, maar het grote centrale plein ligt daar tussenin, dus uit de straat ga je redelijk steil naar beneden naar het plein. Dat plein loopt dan ook nog weer eens schuin af naar het gemeentehuis met die fabelachtige, zo herkenbare, klokkentoren. Een mooier plein bestaat er volgens mij niet. Ook hier mooie kleuren van gebouwen, afwisselend maar toch in stijl en die ovale vorm maakt dit plein tot het mooiste plein dat ik ken. Niet overdadig, niet grotesk, maar intiem, zo fraai van vorm, en ozo mooi.

De hoogteverschillen in Siena kwamen ook goed tot uitdrukking toen we het museum bezochten dat tegenover de Duomo ligt. We bezochten er een overzicht van een aantal schilders uit de 15e en 16e eeuw waaronder ook veel onbekende Hollanders en Belgen. Niet heel indrukwekkend. Het museum zelf is ondergebracht in een oud ziekenhuis met ook tal van fresco’s op de muren. Maar we konden ook dieper in de catacomben een kijkje nemen met tal van archeologische vondsten. Uiteindelijk waren we aangekomen op de 4e verdieping van de kelder, dus in de onderste catacomben en daar lag ineens een lange gang en dat bleek een soort van centrale straat van het ziekenhuis te zijn geweest die ook buiten aansloot op de straat. Heel onverwacht en vervreemdend.

We waren nog niet klaar dus nog maar een dag besteed aan deze mooie stad. Eerst naar het nonnenklooster waar we een kijkje konden nemen. Op het plein waren twee vaandelzwaaiers aan het oefenen. Leuk op te zien welke technieken daar allemaal voor nodig zijn. Conclusie, niet eenvoudig zeker als dat ook nog synchroon moet.

Vervolgens een ticket gekocht voor het gemeentehuis. Een combinatieticket met een klim naar de top van de toren konden we eenvoudig afslaan. Die toren hebben we destijds al beklommen en dat was een hele klim destijds. We waren wijzer geworden na die ervaring.

Het gemeentehuis bood ons wederom fraaie muurschilderingen. Deze keer geen religieuze afbeeldingen, maar afbeeldingen die alles te maken hadden met waar bestuurders zoal mee te maken krijgen. Het bestaat dus wel niet religieuze fresco’s.

Het balkon verschafte een schitterend uitzicht op het Toscaanse heuvelland. Ook dat is waar je verliefd op kan worden. Ook al ontbrak de zon, toch was het oogstrelend. Misschien toch een goede reden om nog een keer terug te keren. Siena/Toscana in de volle zon.

Beneden in de catacomben eindelijk ook moderne kunst. Beetje bizar wellicht maar toch wel boeiend.

Op zoek naar een goede plek voor de lunch kwamen bij een soort van markthal aan. Daar stonden lange rijen tafels gedekt, klaar voor een groot gezelschap. Tijdens onze lunch werd langzaam duidelijk welk gezelschap. In ieder geval luidruchtig en veel tenoren en bassen. Toen we buiten kwamen zagen we een groot feest van een groep studenten. Waarschijnlijk een koor, moest er direct aan denken, maar ik heb gelukkig geen grensoverschrijdend gedrag geconstateerd. Integendeel het ging er heel gezellig aan toe.

Siena is nu even klaar, verwachting voor morgenmiddag onweer en veel regen, dus wegwezen. Het plan is om het rampgebied over te steken. ANWB en Google geven aan dat op de snelweg geen hinder wordt ondervonden. Dus op naar het noorden daar lijkt het mooi weer te worden. We kiezen voor het Lago Maggiore.


Domenica desolata

Gallipoli is wel aardig, heel toeristisch, maar valt eigenlijk schril weg in vergelijking met soortgelijke stadjes op Sicilie. Zeg maar net de moeite waard. Bijvoorbeeld om meer te weten te komen over hoe deze stad in het verleden faam opbouwde door de productie van lampolie, verkregen uit olijven. We bezochten een authentieke olijvenpers en leerden over het moeizame proces. Ezels om de pers te laten draaien, 7×24 economie in 1u op en 1u af werkwijze. Kortom bikkelen hier in deze kelders. Heel hard werken voor de mensen dus, zo hard dat de Paus deze mensen destijds vergiffenis heeft geschonken voor al hun zonden. Hard werken werd achteraf dus beloond. Voor die mensen is het te hopen dat er toch een hemel bestaat, anders is het wel een heel zure beloning voor al dat bikkelen.

We doen nog even wat inkopen voordat de winkels op deze zondagmiddag dicht gaan. Nu richting Otranto want de oostkust schijnt rotsachtig te zijn en we hebben een aardige camping op het oog.

Het ritje langs de punt is in vele opzichten teleurstellend. Het land is zo plat als een dubbeltje, de olijfboomgaarden zijn olijfbomenkerkhoven en het weer wordt steeds grijzer. Als we de fraaie kustweg opdraaien zien we heel weinig van de rotskusten en na 10 km blijkt wederom de weg zomaar weer afgesloten te zijn. Rechtsomkeert dan maar weer en de stemming in de camper daalt verder. We besluiten via een andere route naar Otranto te rijden. Het wegdek en weer gaan hand in hand, het wordt steeds slechter. Het lijkt een troosteloze (desolata) zondag te worden.

Uiteindelijk komen we rond theetijd aan in Otranto en de camping ligt dichtbij het oude centrum. We wandelen er naar toe en komen een aardig oud gerestaureerd fort en dito Duitse toeristen tegen. De Kathedraal levert weer een ander stukje cultureel erfgoed op, mozaïekvloeren. Heel fraai, maar lastig om op de foto te krijgen.

Dit geeft de toerist weer nieuwe moed en ‘s avonds maken we nieuwe plannen. We willen morgen de trulli (is al meervoud) gaan opzoeken en bidden voor beter weer, maar hebben twijfels of dat gaat helpen.


La Puglia piange

Zoals ik al in voorgaande blogs heb gemeld, hebben we het niet zo getroffen in Puglia. Het viel ons in meerdere opzichten toch wat tegen en dat kan voor een groot deel te wijten zijn aan het weer. Teveel regen waardoor we de plannen hebben moeten wijzigen.

We begonnen zo goed, vanuit Matera reden met de zon in onze rug Puglia in en rond het middaguur stopten we bij een wijnhuis. Doel was natuurlijk een doosje van die heerlijke Primitivo wijn te scoren. Eerst proeven en dan kopen zo gaat dat. Niet teveel want we moeten nog verder achter het stuur.

Aansluitend gelijk maar even lunchen, maar dat is in dit gehucht een uitdaging. Uiteindelijk belanden in de plaatselijke pleisterplaats, een mix van cafetaria en stamkroeg. Koffie en een croissant gaan er wel in. We vervolgen onze weg naar de barokstad Lecce. Lecce ligt figuurlijk gesproken in het midden van de hak van de laars en we steken dus dwars door Puglia. Het is weer even wennen aan zo’n plat land. Italië is overal, op z’n minst knobbelig, maar in de hak is het echt plat. Er is veel wijnbouw, fruitteelt en natuurlijk olijfbomen. Maar het landschap maakt een trieste indruk vanwege de vele zieke olijfbomen. Ik meldde het al in een voorgaande post. Ter correctie op die melding, het is geen virus, maar een bacterie, de xylella fastidiosa-bacterie die er flink heerst want er liggen er heel wat gaarden heel troosteloos bij. Ik las ook dat de Europese Raad de Italianen officieel gewaarschuwd heeft over de slechte aanpak die er al jaren wordt gehanteerd en dat ze er maar niet in slagen die bacterie uit te roeien.

Op een aardige camperplaats, weer agriturismo, op fietsafstand van Lecce, belanden we tussen twee NL campers. Redelijke verse pensionado’s dus raken we aan de praat. Als, inmiddels redelijk ervaren, pensionado moet je juniors op weg helpen door ze nieuwe wijsheden bijbrengen. Als we elkaar ‘s avonds in het restaurant weer treffen besluiten om de tafels tegen elkaar te schuiven en zo ontstaat een gezellige avond met overigens uitstekend eten. We zijn kennelijk dankbare eters want we krijgen een secundo prima piatta aangeboden voordat we echt aan de secundo piatta gaan beginnen. Voor €25 pp zo’n heerlijke maaltijd heeft ook nog eens een heerlijke nasmaak.

Het fietstochtje naar Lecce is ondanks het donkere een beetje druilerig weer best aardig. De scheiding tussen land en weg is gedaan met keien die van het land geraapt zijn op het moment dat het voor wijn- of fruitboomgaard in gebruik wordt genomen. Ziet er landelijk en leuk uit. Veel verlaten oude in verval geraakte huizen wisselen af met in stijl gerestaureerde fraaie boerenwoningen.

Lecce kleurt op enige afstand ook donkergeel. De meeste huizen en gebouwen zijn weer opgetrokken uit tufsteen. Smalle straten en weer heel veel kerken met nog veel meer kunst. Wat zouden al die mensen hebben moeten schilderen of houwen of snijden als er geen geloof zou zijn geweest vraag ik me weer af als ik daar ronddool. Het is allemaal weer zou overdadig, zo over de top. Maar dat is barok zegt Gerda dan maar weer. Kunstgeschiedenis was niet mijn sterkste vak, maar ik leer elke vakantie bij. Rococo schijnt nog erger te zijn. Nou ja hier een impressie dan van barok.

Van onze buren hebben we vernomen dat Gallipoli en Otranto wel aardig zijn voor een bezoek. Dat is dus het doel voor morgen. Eerst Gallipoli bezoeken en dan door naar de andere kant via het uiterste puntje van de hak. Hopelijk trekken de buien door en klaart het weer een beetje op. Het lijkt wel of Puglia huilt (piange) omdat wij er zijn.


Pianifica o lasciati sorprendere

Voordat we naar een bepaald land op reis gaan maak we plannen (pianifica). Voor onze Giro d’ltalia hebben we dat uiteraard ook gedaan. Je plant de afstand en kijkt of het past binnen de beschikbare tijd, dat is meestal mijn werk. Vervolgens stemmen we af waar we willen zijn om wat te willen zien. Dat gebeurt ook nog redelijk globaal en is meestal het werk van Gerda. Die houdt vooral de cultuur en architectuur in de gaten. Ze wil vooral niets missen, maakt zich daar vaak ook nogal druk over. Niet in de grote (macro) planfase, zeg maar die voorafgaande aan de reis plaatsvindt, maar aan de kleinere (meso) planfase. Dat is op het moment dat we daar ter plaatse zijn. Dan worden de boeken, wensenlijstjes en andere adviezen erbij gehaald en mogen we dus niets over het hoofd zien. Op het moment dat we echt ter plaatse zijn wordt het plan ten uitvoer gebracht en wordt er, zeg maar vakantiewerk uitgevoerd. Planmatig gaan we de bezienswaardigheden af en laten ons tegelijk verassen door de zaken die ontbraken in de beschrijvingen. Die verassingen (sorprendere) zijn op zijn minst net zo leuk en ook net zo belangrijk als de geplande bezoeken van de grote en kleine bezienswaardigheden. Van de ene kant wil je niets missen – fomo (fear of missing out)-, Gerda heeft daar nog wel eens last van, en van de andere kant zijn verassingen wel veel leuker.

Soms wordt je ook verrast door zaken die buiten je invloedssfeer liggen. In de eerste weken ging het over kleine zaken zoals onverwachte wegafsluitingen. Die zijn redelijk eenvoudig te overkomen. Maar als het over grotere zaken gaat dan moet ook de initiële planning eraan geloven. Daar hebben we deze week nogal flink last van. Ik meldde het al eerder, het is het weer dat roet in het eten gooit en onze planning op een hoop gooit.

Inmiddels zitten we dus al lang niet meer in het zo mooie en (bijna) altijd zonnige Puglia, maar in het altijd lieflijke Toscane. De afgelopen dagen hebben we alle weerApps geraadpleegd om te kijken waar het wel acceptabel vakantieweer is. Maar helaas op het moment dat wij ter plaatse waren, was de regen daar ook. Het was niet zo dat wij de regen met ons meenamen, maar de regen was eigenlijk overal in Italië. Het was eerder oppassen geblazen niet op die plaatsen te zijn waar de overstromingen optraden. Het was de afgelopen dagen wereldnieuws en vrienden en kennissen stuurde ons waarschuwingen of vroegen zich af of we wel veilig waren. Zelfs de Formule 1 race in Imola moest wijken, met een beetje creativiteit hadden ze er ook een speedboat wedstrijd van kunnen maken. Ik denk dat Max dat ook gewonnen zou hebben, hoewel zijn altijd sterke bandenstrategie dan weinig winst zal opleveren. Maar het is heel triest natuurlijk, heel veel schade en enkele mensenlevens die gelaten zijn.

Nu even in het kort, maar later nog wel wat uitgebreider in een ander blogpost. Valle d’Itria hebben we wel aangedaan, trulli’s gezien, maar het was er erg grijs en nat. Na de lunch dan maar doorgereden richting het Nationaal Park Gargano, de spoor van de Italiaanse laars. Dat bleek toch te ver te worden, dus onderweg toch nog even Trani bezocht en dat was ondanks dat het ook erg nat was, wel heel verassend. In Gragano was het weer ook niet goed genoeg en na een dag zochten we ons geluk verderop en wilden de oversteek maken richting Rome. Maar ook dat plan was geen lang leven beschoren en werd nog gedurende de rit veranderd naar een plek onderweg bestemming Perugia. Vele buien hebben we links laten liggen, maar de grootste was niet te ontwijken en toen we daar rond half vier aankwamen, gingen boven alle sluizen open.

Zo kwamen we uit bij Riserva naturale dell’Abbadia di Fiastra, een bezienswaardigheid blijkbaar. Er was een enorme parkeerplaats met ook heel veel ruimte voor camperaars. Na aanmelding bij de slagboom kregen we toestemming door te rijden en vonden daar twee andere campers. Plekje gevonden, stroom aangesloten en dan op zoek naar wat daar te zien is. We werden verrast met een mooi Monestero waar de kloosterorde der Cisterciënzers in vroegere jaren hun onderdak hadden.

Bij het infokantoortje konden we zowel de camping afrekenen als een ticket voor het Monestero bemachtigen. Speciaal voor ons werd de deur geopend en kregen we als enige gast toegang tot het Monestero dwalen. We kregen een korte toelichting wat er te zien was en ook hoe we als we weggingen het hek weer konden openen. Eigenlijk werden in het Monestro opgesloten…

Een deel van de abdij is later door een rijke familie omgebouwd tot een Palazzo, een groot landhuis. Helaas kwamen we daar niet verder dan de hal en de tuin.

De monniken verdienden destijds hun brood met het maken van olijfolie en wijn, in deze streek een vrij normale bedrijsvoering. Dus naast geloven en bidden werd er ook gewoon arbeid verricht. Daarvoor hadden de monniken overigens leken in dienst, zij deden het werk terwijl de moniken, denk ik zomaar, de wijn keurden en de verkoop regelden.

Onder het Monestero lag dus een heuse wijnkelder en ook daar hebben we een kijkje kunnen nemen. Het zag er heel authentiek en goed onderhouden uit. Het feit dat je er helemaal alleen rond kan lopen maakt het extra leuk natuurlijk.

Dit was wat je noemt een enorm leuke verrassing en dat konden we goed gebruiken met onze tegenslag in de planning, want ongewild het toch ten koste van je humeur. ‘s Avonds in het restaurant onszelf maar beloond met een etentje. Daar konden we tegelijk ook het nieuws zien van de enorme overstromingen die een paar honderd kilometers ten noorden van ons hadden plaatsgevonden. Dat was dan weer een onaangename verrassing (spiacevole sorpresa).


Il modello di business Italiano

Na een paar weken rondgezworven te hebben in Italie is het ons duidelijk geworden hoe de Italianen geld verdienen aan de toeristen. Bij alle bezienswaardigheden van enig faam moet je betalen. Biglietti worden gevraagd bij de deur en soms kunnen die ter plekke worden aangeschaft, teminste €3 p.p, maar meestal wel richting €7 of meer. Afhankeljk van de faam van de bezienswaardigheid loopt de prijs snel op. Bij de aanschaf van een ticket krijg je een niet te weigeren aanbod om naar keuze nog twee of soms zelf zeven ander bezienswaardigheden met korting aan te schaffen. Een voorbeeld. Je wilt een kathedraal gaan bekijken, bekend vanwege bijvoorbeeld de fresco’s en passant krijg je dan ook het aanbod voor een de krypte en het sacristie. Je weet niet wat je daar gaat zien, maar het aanbod klinkt aantrekkelijk, dus je laat je verleiden. Of je koopt een ticket voor een Duomo en krijgt het aanbod voor nog een paar kerken of kapellen. Die zijn er in voldoende aantallen dus een dergelijk aanbod is eenvoudig samen te stellen. Ik kon het niet nalaten toen we in Lecce weer zo’n onweerstaanbaar aanbod kregen, om vervolgens te reageren met “this is your Italian business model, is’nt it?” Ik krreeg een dikke grijns terug. Ja, dat dus.

Er is heel veel historie in Italie, bijgevolg is er veel te zien en elke bezienswaardigheid is dus kassa. Ook vorig jaar toen we in Spanje waren, moesten we uiteraard entree betalen voor de bezienswaardigheden. Daar was echter nog geen sprake van koppelverkoop en in Spanje was er tenminste nog sprake van seniorenkorting. In Italië hebben ze die blijkbaat afgeschaft, misschien omdat ze met de lage pensioenleeftijd teveel senioren hebben? Ik weet het niet, maar ik denk dat het niet past in de bedrijfsvoering. Toeristen moet je vooral beetje bij beetje “uitmelken”. Op vakantie is het soms lastig NEE zeggen of soms nog lastiger Nee, No, None, Niente te willen verstaan. Italie verdient veel geld aan toerisme, in 2019, dus nog voor de Corona pandemie, was de omzet op jaarbasis 43,6 miljard. Maar er is natuurlijk ook heel veel te zien en te doen, allereerst is er heel veel overgebleven uit de rijke Romeinse historie met daarbij natuurlijk zoveel (oude) cultuur en natuurlijk ook het katholieke geloof. Daarnaast hebben ze langere en hetere zomers en hebben ze daarbij ook heel veel zee en strand, dus meer toersiten. Maar ze hebben ook bergen die zowel in de zomer als in de winter toeristen aantrekken en zo gaat het maar door in de toeristen business. Tenslotte, en daar komt het onderliggende business model naar boven, maak je op het moment dat die toeristen er zijn ze ook nog verslaafd aan de pasta, de olijolie en de wijnen. Het gevolg de export van de Italiaanse boter, kaas en eieren (pasta, olie en wijn) neemt enorme vormen aan.

Het businessmodel is dus eigenlijk anders dan dat het lijkt. Het geldt wordt niet alleen in de toeristenindustrie verdiend, maar daarbij vooral ook in de wijze waarop je de toerist verslaafd maakt aan de eet- en drinkgewoonten van je land. Dat is is il modello di business Italiano ten voete uit.

Italië niet alleen een land om op vakantie te gaan, maar dus ook een land waar je verslaafd aan raakt.


Giorni grigi

In mijn verwachtigingen van deze reis stond bijna onwrikbaar vast dat we in de maanden april en mei heerlijk luchtig zomerweer zouden hebben in Italië. Zuid Italie staat bekend als een regio waar de temperaturen in de zomer tot ruim boven de 40 graden kunnen oplopen. Zo gek zal het in het voorjaar niet worden, was de verwachting. Checks voorafgaande aan de reis leverde hele mooie gemiddelde temperaturen op. De elektrische kachel meenemen was eigenlijk niet nodig, maar is wel meegegaan. Je weet immers maar nooit. Nu hadden we de eerste dagen in Milaan ook al wat druiliger weer, maar ja dat is Milaan. Daana ging het de goede kant op met het weer. In Cinque Terra was het zelfs zweten geblazen gedurende de wandeling, hoewel we daar ook de eerste dag een aardig buitje hadden. Rome was mooi, ook qua weer, Napels dan weer niet, ook qua weer. Calabrië was heerlijk, zelfs met ook een duik in zee.

Ook Sicilië had mooie, maar ook wat mindere dagen, maar het was (nog) geen reden tot klagen. Inmiddels zitten we in het geliefde Puglia. Heimelijk een van de doelen van deze reis en niet alleen vanwege de Primitivo wijn. Ik was ook wel benieuwd naar deze mooie streek. Maar dat valt toch wel een beetje tegen. Met name dus ook qua weer. De afgelopen dagen wil het niet erg lukken met de zon. Teveel buien en gewoon teveel erg grijze dagen. Zo grijs dat je er op geen enkele wijze sprake is van een azure mediterranee. Het ziet er allemaal erg grauw uit dezer dagen.

Daarnaast zien vele van de talloze olijfboomgaarden in Puglia er ook nog eens grauw uit. Dat heeft te maken met een virus waardoor eikenoude olijfbomen afsterven en niet meer groen willen worden. Zeg maar een soort buxusvariant die in Nederland huisgehouden heeft, maar dan hier voor olijfbomen. Of in vergelijkimg in meer economische termen, een tomatenvirus waardoor je hele bedrijfsvoering en ook je beroep in groot gevaar raken.

Gisteren bij het bezoek van de fraaie Valle d’Itria hebben de Truli’s vanachter de ruitenwisser bekeken. Het water kwam met bakken naar beneden en wij moesten tegen de stroom in r***en. Zonde van de vallei, lijkt me normaal echt schitterend met zoveel fruit- en olijfbomen, maar gisteren even niet. Heel grijs van regen en waterdanp.

Vandaag naar het kroonjuweel van Puglia gereden, Gardano, zeg maar het denkbeeldig spoor van de Italiaanse laars. We werden vanmorgen wakker met een waterig zonnetje en de divere weerapps waren net zoals wij voor vandaag redelijk optimistisch. Het ging allemaal goed totdat we bij de landtong aankwamen daar zag het in eerste instantie bijna inktzwart, maar toen we wat dichterbij kwamen werd het inktzwarte ook weer (inmiddels gewoon) grijs. Het leek een mooie route langs de kustweg te worden, maar tot onze verassing gingen we omhoog. Om even daarna een meer dan secundaire weg opgestuurd te worden. Heel slecht wegdek en loeisteil. Even checken wat Google Maps hiervan vindt, ja die adviseert hetzelfde omdat er weer eens een wegafsluiting is. OK, we wagen het erop want we hebben goede ervaringen met de Fiat Ducato, die in eigen omgeving blijkbaar beter presteert. We klimmen in korte tijd via een bijna eng wegentje door naar een meer doorgaande weg. Daar kunnen we zonder spanning verder, al wordt het nu steeds grijzer en als we op de top zijn ook behoorlijk mistig, om daarna ook hier het groene bos van extra water te voorzien. Het stortregent weer!

Gisteren in de krant het bericht dat de zuidelijke landen moesten gaan vrezen voor een groot (drink)water tekort. deze zomer. “De rivieren in Italie staan nu al droog nog voor de zomer is begonnen” zo schreven de kranten gisteren. Het paradoxale is dat we dat feit niet konden ontkennen, het was ons op de heenreis ook opgevallen, maar tegelijkertijd zitten we hier al een paar dagen met natte grijze dagen en als het echt los gaat, dan valt er ook een flinke hoeveelheid. De Giro d’Italia, niet die van ons, maar de officiële van de wielrenners kampt ook al enkele dagen met kletsnatte etappes. Voor vandaag was er sprake van het inkorten van de etappe vanwege de verwachte regen. Zojuist las ik op NOS.nl dat de F1 in Imola van aankomend weekend, in gevaar is omdat het vandaag bedreigd werd door een overstroming.

Kortom het kan verkeren, Het gevolg is dat je de plannen gaat bijstellen en met de vraag waar is het nog wel aardig weer in Italië of Frankrijk, dan rijden we daar heen. Maar nee hoor, het wordt de komende dagen grijs en nat, overal. We handelen naar bevinden. Het blijft dus nog even Giorni grigi. Helaas.


Sassi di Matera

Matera is de stad van de sassi. Sassi betekent letterlijk vertaald “stenen”, maar het is een begrip dat slaat op de grotwoningen die hier destijds zijn uitgegraven. We hebben het al eerder gezien hier in Italie een soort van scheur in het landschap waarbij in de flanken grotten zijn uitgegraven of uitgehouwen of iets daar tussen. Ook hier gaat net om tufsteen, en dat is redelijk zacht en dus gemakkelijk te bewerken. Ze staan op de UNESCO Werelderfgoedlijst en dateren uit de prehistorie. Het lijkt me logisch dat je op hier in die tijd op een relatief eenvoudige manier jezelf een aardig onderdak en een goede schuiplaats tegen kou en hitte kan verschaffen. Vanuit de grotwoningen is er door de jaren heen een vestigingsplaats ontstaan en is er een stad gegroeid. Het heeft er ook alle schijn van dat het tegen de helling op gegroeid is. Het is wat je als vertizontale stad zou kunnen betitelen tal van grotten met elkaar verbonden vak een wirwar van straatjes en trappen.

Het is met het de opkomst van het toerisme in de jaren 80 hiet in Puglia een trekpleister geworden en mede daardoor flink gerenoveerd. Het ziet er allemaal goed onderhouden uit, en er zijn de bijbehorende zaken die bij een toeristische trekpleister horen. Hotels, restauarants, winkeltjes met prullaria maar ook van de dure merken. De taal is internationaal, d.w.z. alle talen hoor je om je heen. Veel Duits, Engels, Frans en natuurlijk ook Nederlands. Nederlanders kom je immers overal tegen. Daarbij wordt ook hier het succesvolle Italiaanse business model gehanteerd. Tickets zijn nodig om de bijzondere grotten te kunnen bezoeken en darbij wordt er veelvuldig koppelverkoop toegepast. Je krijgt korting als je ook tegelijkertijd een ticket aanschaft voor een paar andere bezienswaardigheden. Het gevolg is dat je meer koopt dan wat je eigenlijk wilde en ook dat je niet weet wat die andere locaties eigenlijk wel te bieden hebben. Dat kan ook leiden tot extra stappen op de stappenteller en ook op een teleurstelling. Maar deze keer valt het reuze mee. De laatste kerk-in-een-grot blijkt ook nog een soort van krypte te hebben, een waar doolhof en ongeschikt voor mensen met claustofobie.

Maar ik moet zeggen het is terecht op de werelderfgoedlijst geplaatst. Het is een bijzonder fenomeen en zeker een bezoek meer dan waard.

Tegen lunchtijd barst een flinke onweersbui los en we gaan schuilen, hoe kan het ook anders, in een grot. Wel eentje die een zeer moderne inventaris en ook een heerlijke cucino heeft. We laten ons een lokale pasta voorschotelen en genieten in meer dan dubbel opzicht. We blijven droog en genieten van de lekkere lunch in een bijzonder restaurant. Morgen gaan we verder de (naald) hak in, Lecce is het volgende doel.


Il piede dello stivale

Vanuit Palermo kunnen we over de snel- en soms ook tolweg goed doorrijden, ondanks het hoge aantal wegopbrekingen arriveren we rond de lunch bij de ferry. De navigatie stuurt ons naar de verkeerde afrit, niet van onze ferry maatschappij, maar met een kleine aanwijzing kunnen we een 1 km verderop aansluiten in een rij waarvan we denken dat het wel een of twee afvaarten wachten gaat worden. Maar na een kwartierje loopt de boot leeg en mogen we gaan rijden. Tot onze verbazing passen we er allemaal op en is er zelfs nog ruimte over. Deze boot is duidelijk wat groter dan die we op de heenreis hadden. De lunch doen we dan maar op de boot met koffie en croissant. Zo staan we dus rond half twee weer op het vasteland.

Calabrië is niet dicht bevolkt en wordt grotendeels beslagen door bos en ik denk zomaar ingerepte natuur. Wij volgen de snelweg en gaan van de ene in de andere tunnel. We maken er een spelletje van door vooraf een gokje te wagen hoe lang deze tunnel dan wel zal zijn. We zien daardoor helaas weinig van de mooie omgeving, ook mede omdat het erg grijs weer blijft. Geen blauwe Mediterraneo helaas.

Het is wel goed weer om te rijden zwaar bewolkt en af en toe valt er een druppel uit. Een beetje afhankelijk waar we rijden begint het op een echte bui te lijken, een soort van stijgregen denken we. In de loop van de middag komen we in de buurt uit bij Lamezia. Zeg maar ergens in de wreef van de laars. Wederom hebben we gekozen voor een Agriturismo en wederom komen we voor een gesloten hek uit. Maar na wat oproepen via een deurbel en enig aandachttrekkerij voor de camera staat er plots een vrachtwagen achter ons en opent het hek zich. Of het toeval was of dat onze acties succes hadden blijft de vraag. Maar we zijn binnen en mogen een plekje uitzoeken in de olijfboomgaard. Dat is niet moeilijk want we zijn de enige en dat blijven we ook. De camping, boomgaard en omgeving zien er onitaliaans schoon en onderhouden uit. Er zijn huisjes, een restaurant, een groot huis met zwembad en een stal maar zonder paarden. Het is kennelijk nog geen seizoen, maar wij mogen er staan en hebben er na alle drukten op Sicilië een heerlijk rustige plek gekregen.

De omgeving bestaat uit heel veel olijfboomgaarden en wijgaarden. Jammer dat het weer nog niet mee werkt. Nu blijven de foto’s een beetje grauw.

De volgende morgen schijnt de zon weer en hangt de oude baas een beetje rond bij de camper. In mijn beste Italiaanse maak ik hem duidelijk dat ik wel wil betalen. Hij belt even met de vrouw deze huizes en hij vraagt mij een bedrag van quindici euri (€15). Geen geld voor zo’n locatie en worden daarbij ook nog uitgeleide gedaan door hem. Arrivederci e grazie!

We steken vandaag het land over in oostelijke richting en hebben als eindbestemming Matera op het oog. De oversteek gaat eenvoudiger dan verwacht, het zijn slechts heuvels en geen bergen waar we over moeten. Daarbij zijn de wegen hier wel wat beter dan op Sicilië hoewel er ook hier veel wegopbrekingen zijn, met dit verschil dat er hier wel flink aan gewerkt wordt. We rijden langs de kust in de holte van de voet en het wordt niet heel spannend of mooi. Misschien komt het omdat het weer niet meewerkt, we kunnen de golf van Tarente met een gerust hart overslaan, daar missen we niet veel aan. Het landschap is ook Nederlands plat en er is veel landbouw en wat industrie. Op het moment dat het lichter wordt en de zon dreigt door te breken slaan we linksaf en rijden het land weer in, richting Matera. We worden voor deze actie beloont met (stijg)regens. Maar tegen de tijd dat we de camper op de CP geparkeerd hebben is het weer redelijk droog. Vanavond nog maar wat inlezen over wat we morgen allemaal te zien krijgen in Matera, het stadje van de grotten.


Comportamento nel traffico

Het verkeer in Italië en zeker op Sicilië is wel een voortdurende uitdaging. Het is lastiger dan in Spanje in mijn beleving. Dat heeft niet alleen te maken met de smalle straten in de oude steden en dorpen, maar het heeft alles te maken met het gedrag (comportamento) in het verkeer. Die Italianen zijn, laat ik het netjes formuleren, wat assertiever. Het gedrag lijkt sterk op wat in Indonesië aan de orde is. maar daar is het nodig anders kom je er vanwege de enorme chaos nooit doorheen. Dat geldt voor een deel ook wel voor Italië. Hoewel de drukte hier nog wel meevalt, Palermo, Rome en Napels zijn een uitzondering natuurlijk.

Eerst een paar voorbeelden.

Een Italiaan gaat er vanuit dat als hij/zij dat deel van de weg in bezit heeft, jij daar niet kan zijn. Dat is natuurlijk helemaal waar, maar bij ons Nederlanders komt dan de vraag naar boven, “heb je daar dan wel recht op?” Die vraag kennen ze helemaal niet. Zo simpel is het. Ter verduidelijking de volgende voorbeelden.

1) Ik moet hier even zijn en er is geen parkeerplaats beschikbaar, nou dan parkeer ik hem gewoon naast die andere geparkeerde auto. Als jij wilt passeren dan zal je dus even naar de andere weghelft moeten uitwijken.

2) Ik moet even hier een boodschap doen, bij de zebra is er bijna altijd een parkeerplek vrij, dus kan je daar goed parkeren. Als voetganger kan je toch wel om mijn auto heen lopen?

3) Italianen rijden graag in kleine auto’s zoals de Smart, Panda, Fiat 500 die kan je dwars in het parkeervak zetten dat past aardig. Maar dat kan toch ook best met een middenklasse auto of zelfs BMW of Audi, stukje op het trottoir, stukje op de weg. Ja sorry, ik sta hier en dan moet jij even omlopen/ omrijden, is toch geen probleem.

De Italianen zelf gaan er heel gemakkelijk mee om. Soms toeteren ze even of doen alsof ze kwaad zijn, maar dat is eigenlijk onderdeel van de ritueel. De overtreder lacht vriendelijk terug en daarmee is de kous af. Wij Nederlanders maken ons direct druk wie in zijn recht staat, maar dat moet je hier gewoon niet doen. Verspilde moeite, niet doen. Gewoon Italiaans gedrag vertonen als je dat tenminste durft, als je jezelf zover kan zetten. Dat is de vraag.

Als je in de stad door een straat rijdt met geparkeerde auto’s dan loop je de kans dat iemand bij zo’n geparkeerde auto gaat in- of uitstappen. Dan zwaait de deur open en als de deur openstaat, ja dan is dat deel van de weg dus even door mij in gebruik en moet jij er omheen. O ja ik moet nog wat pakken van de achterbank en in huis dragen, ja dan laat ik het portier gewoon open staan. Dat zie je toch, daar kan je toch wel omheen.

Als je op een rotonde rijdt dan heb je voorrang op het verkeer dat de rotonde op wil, dat is de regel. Maar met die regel kan je ook wel wat creatiever omgaan. Je laat de neus van je auto net iets verder de rotonde opkomen waardoor jij als Nederlander denkt, hé wat doe jij nou, je weifelt wellicht en dat is dan het sein voor de Italiaan om te kijken of je misschien beleefd wilt zijn. Diezelfde truc doen ze ook bij een zijstraat, ongeacht of je op een voorrangsweg rijdt. Ik zet de neus van mijn auto nadrukkelijk op jouw weghelft maar rijd nog niet direct door, dat stukje weg heb ik alvast in bezit dus als jij er dan niet meer door kan dan ga ik gewoon om jou ruimte te geven 😉


Genoeg over het gedrag in het verkeer van de verkeersdeelnemers. Nog wel even een dingetje over het gedrag van de de wegbeheerders.

Wegenonderhoud is belangrijk, dus er wordt net zoals in Nederland veel onderhoud aan de weg verricht. In Nederland gebeurt dat vanwege de overlast, of beter het voorkomen daarvan, vaak ‘s nachts. In Italië is er ook veel onderhoud nodig. Ik heb de afgelopen twee dagen meer borden gezien van een wegopbreking dan in mijn hele reis door Spanje vorig jaar.

Is er een deel van de weg wat weggezakt of zitten er enorme “put holes“in dan zet je dat deel van de weg af, dat is dus wel veilig, maar als je dan constateert dat er inmiddels gras groeit in die put holes of bij de borden van de afzetting, dan begin ik wel te twijfelen over het adequate wegenbeheer. Het is alleen maar het probleem uitstellen!

Ook de afstand waarvoor de wegversmalling is ingericht is vaak nogal ruim bemeten. Het is meerdere keren voorgekomen dat je over meer dan een kilometer over één baan wordt geleid en dat je het hele stuk geen enkele bedrijvigheid waarneemt. In enkele gevallen werd er wel gewerkt, althans er stond een vrachtagen met een bord of zwaailicht, soms ook nog met wegwerkers daarbij die mogelijk met inspectie bezig waren. Echt wekwerkers is teveel eer.

Vakantie met de camper is hartstikke leuk. Het rijden in een andere omgeving mag dan een uitdaging zijn, het is onderdeel van het camperen en ik vind het vooral leuk om naast de uitdagingen er ook een blog post aan te wijden.