Gelukzoekers
Een van de voorgaande posts meldde ik al dat je op zo’n reis soms kennismaakt met zeer kleurrijke figuren. Heel vaak voormalige wereldreizigers die dan in een land als Indonesië, Thailand of Laos zijn blijven hangen. De redenen zijn heel divers, hierbij een bloemlezing van wat wel deze week zijn tegengekomen.
In Luang Prabang, Laos, waren we op zoek naar een aardig restaurant en op basis van de TripAdvisor kwamen we terecht in The House. Niet geheel onbelangrijk in de keuze was het feit dat ze daar Belgische biertjes schonken…. De menukaart bood lokaal maar ook westers voedsel en dat is de laatste dagen een harde eis geworden gezien de opspelende darmen bij al te avontuurlijke diners. TripAdvisor had het weer bij het rechte eind, lekker eten in een goede atmosfeer. In restaurant ontwaarde ik een blonde Europeaan en de manier waarop hij het personeel aanstuurt moest hij wel de baas van de tent zijn. Een en een is twee, dat moest dan een Belg zijn! Dat bleek ook toen hij even langs onze tafel kwam voor een praatje. Het antwoord op de vraag hoe een Belg in Laos verzeild is geraakt was verrassend eenvoudig. Van alle plekken op de aardbol, was Luang Prabang een mooie plek; mooie natuur, mooi klimaat, vriendelijke mensen en goede mogelijkheden om iets te ondernemen. In zijn geval dus een restaurant met als magneet de Belgische biertjes. Waarover hij vertelde dat het niet eenvoudig was om ze Laos in te krijgen, maar hij had het nu aardig voor elkaar. Overigens wel tegen westerse prijzen, waardoor ze ongeveer 4 x zo duur waren dan het lokale Beerlao. Op mijn vraag waar we vooral naar toe moesten gaan in deze omgeving, adviseerde hij ons naar de watervallen te gaan en dan tevens de butterfly farm te gaan bezoeken, die daar naast ligt. Werd gerund door een Nederlands stel werd er nog snel een toegevoegd, dus als we zin hadden konden we ook nog pannenkoeken gaan eten. Verzadigd en voorzien van een nieuw plan voor morgen verlieten we zijn etablissement.
De volgende dag reden we met een busje richting de watervallen. Die waren inderdaad fantastisch mooi en boden tevens een mooi zwemparadijs. Daarna naar de butterfly farm en toen we daar de enigszins verlate lunch gebruikten, zagen we de lange blonde Hollander al rond stappen door zijn domein. Hij kwam vol trots het fotoalbum laten zien van de aanleg van de tuin. Hij wat 3 jaar geleden op deze plek begonnen, stuk land gekocht nabij de waterval die deels ook door zijn grondgebied /butterfly farm stroomt. Op onze vraag “waarom Laos”?, kwam een soortgelijk antwoord als van de Belg. Van alle plekken op de wereld die hij samen met zijn vriendin bezocht hadden was Laos hun favoriete plek geworden en zijn daar naar teruggekeerd om zich daar te vestigen. Redenen? Mooi land, mooi klimaat, veilig, vriendelijke mensen, schoon land, veel mogelijkheden en weinig beletsels voor ondernemers. Legitieme redenen die ik niet kon ontkennen, voor zover mijn ervaringen reikten althans. Beetje verlegen voegde ik toe aan zijn lijstje en dat was hij wel met me eens.
Hij had een prachtige tuin met daarin ook tal van waterpartijen aangelegd, wat niet eenvoudig is geweest getuige de foto’s in het album. Een enorme constructie van bamboe met daaroverheen een fijn net hield de vlinders binnen de farm. Uiteraard hadden hij als voormalig IT’er zich moeten verdiepen in de specifieke planten waar vlinders op af komen en ook hoe vlinders te “kweken”. Gezien de aanwezige verzameling was hij daar al aardig in geslaagd. De tijd was tekort om al dat moois te vangen in foto’s, maar het gesprekje was op zich al een leuke ervaring en de lunch (geen pannenkoeken) was een heerlijk.
Natuurlijk is het fantastisch om in zo’n klimaat te kunnen leven, maar het vraagt toch wel de nodige durf om in zo’n onbekende omgeving een dergelijke onderneming te starten. Veel respect van onze kant en ook heel zeker van het feit dat ze daar zullen slagen. Overigens was zijn vriendin voor het eerst in drie jaar teruggegaan naar Nederland.
Wat ik boeiend vind is dat het mij voorkomt dat jonge mensen de mogelijkheden hebben om hun geluk elders te zoeken, tijdens ons verblijf in Chiang Mai had ik met een oud student nog een chat via Facebook over zijn pogingen om zich te gaan vestigen in Singapore. Mede dankzij buitenlandse stages is hij geïnteresseerd geraakt in een andere “omgeving”, cultuur, klimaat, ondernemend, etc. Jonge mensen, mijn studenten, worden opgeleid tot wereldburgers, zij spreken een Internationale taal, weten zich een weg te vinden in een vreemde cultuur, geld hoeft geen probleem te zijn, hebben een opleiding gevolgd die internationaal wordt geaccepteerd, kortom alle voorwaarden voor een avontuur zijn aanwezig. En waarom zou je niet je geluk eens elders zoeken? Had ik de kans gekregen zou ik het ook gedaan hebben, weet niet wat er dan van me geworden was, maar dat is ook een overbodige vraag. Het is domweg niet het geval geweest en daarom wil ik die ervaringen nu opdoen, wellicht inhalen. Het gaat me aardig af en ik ben er in meerdere opzichten nog niet klaar mee.
Er lopen ook nog andere gelukzoekers rond in deze landen… oudere westerse mannen, en gisteren ontwaarde ik ook een oudere westerse dame, die hun geluk in de liefde zoeken in bijvoorbeeld Thailand. Tweezijdig, de oudere Europeaan met geld die een jonge Thaise/Thai weet in te palmen, te verleiden op zoek naar nieuw geluk, maar ook vanuit de andere kant, jonge Thaise meiden die hun geluk zoeken door via deze liefde een rijker leven kunnen verwerven. Ik kan niet beoordelen hoe sterk de liefde is, maar iedere keer dat ik zo’n stel zie heb ik daar zou mijn gedachten (en oordeel) bij. Ach ja gelukzoekers! Niet alles lijkt zoals het is….of andersom?
Mekong river
Eigenlijk is de Mekong rivier bij mij alleen bekend van de Mekong delta, het deltagebied in Vietnam en Cambodja, voor mij en voor velen vooral bekend vanuit de Vietnamoorlog, die later in meerdere films is uitgelicht. Dat het een van de grootste rivieren van Azië is, was mijn niet bekend. Wikipedia ( https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Mekong) leert het volgende…
Bijna 5000km lang, bron ligt in Tangla gebergte op bijna 5000 M hoogte, voorbij het Tibet plateau, eindigt in de zuid Chinese zee en heeft een stroomgebied van 795000 km2.
Naast de rol die de rivier speelde in de Vietnamoorlog is het ook in andere opzichten een interessante rivier, het bepaalt voor een groot deel de grens tussen Thailand, Laos en Myanmar. Het heeft een belangrijke rol gespeeld in de Golden Triangle, zeg maar het drielandenpunt van de bovengenoemde drie landen. Golden Triangle is berucht vanwege de opiumproductie eind jaren zeventig en tachtig. In die streken heersten ook allerlei van kleine opiumkoningen die zeggenschap hadden gecreëerd over een deel van Laos en Thailand om de productie en natuurlijk de opbrengst van papaver onder controle te houden en waar mogelijk de “business “ verder uit te breiden. Ook dit criminele aspect wordt nu in toeristisch oogpunt volledig uitgebuit. Tal van toerististische trekpleisters waarvoor tours worden georganiseerd, zijn het gevolg. De papaverteelt is inmiddels in opdracht van de verschillende regeringen stopgezet en vervangen door productie van thee en koffie. Afghanistan heeft hierdoor een belangrijke concurrent minder! Bijzonder is de rol geweest die de VS, lees de CIA, daar heeft gespeeld. In de periode van Vietnamoorlog waren de opiumkoninkjes partners in de strijd tegen de Vietcong (“de vijand van mijn vijand is mijn vriend”). Toen ook in de VS de strijd tegen heroïne begon, omdat drugs en met name heroïne in eigen land en groot probleem aan het worden was, veranderde het strijdtoneel 180 graden, en werd de partner ineens de opponent.
Nu zijn wij (nog) niet wat je noemt cruise lovers, maar met zo’n historie en belang is een boottochtje over deze rivier wellicht aantrekkelijk om te gaan doen. Daarbij we moesten een probleempje met onze visa voor Thailand oplossen. Omdat we vanwege de aardbeving in Nepal, onze oorspronkelijke reis door China moesten wijzigen, is door een latere vertrekdatum de periode die we in Thailand verblijven net een paar dagen te lang voor een toeristen visum (Max. 4 weken). We moesten Thailand of tijdig verlaten of een boete en/of gevangenis riskeren. Een boottochtje naar Luang Prabang in Laos is daarbij ook een mooie oplossing voor dit probleem. Daarbij hadden we onderweg al heel goede berichten gehoord over Luang Prabang en de stad is in geheel opgenomen op de werelderfgoedlijst. Dat wil je niet missen als je toch in de buurt bent, toch?
Vanuit Chiang Rai konden we een tochtje boeken met de Slow Boat inclusief de taxi naar de rivier en support bij het verkrijgen van een visum voor Laos. Die koop je daar ter plekke voor $35.
Vanuit het grens- immigratiekantoor werden we met een bemo busje naar de terminal gebracht, maar onderweg kwam de organisator erachter dat dat hij naast ons tweeën en 2 Fransen nog 7 mensen mee had moeten nemen. Wij werden gedropt bij zijn kantoor en hij weer in razende vaart terug. Een mooie intro in de organisatiekwaliteit van de Laotianen. Ter plekke werd de vraag gesteld door zijn baas of iemand van ons verstand had van computers… tja of ik een probleempje voor meer kon oplossen. Uiteindelijk bleek de oorzaak van zijn probleem in een kabeltje te zitten dat min of meer in staat van ontbinding verkeerde. Mijn loon was een blikje ijskoffie, het aanbod van een biertje heb ik maar afgeslagen op de vroege morgen! Uiteindelijk zijn we naar de terminal gebracht in de auto van de baas.
Een Slow Boat is een soort van lange houten boot waarin precies 2 rijen van elk 2 stoelen in passen. De stoelen komen van de autosloop, ik schat in dat ze uit oude 4 wheel drive Toyota Land crouser komen, en dus een beetje doorgezeten zijn. Luxe was dus ver te zoeken en bij het inschepen werd de boot als maar voller en voller. Extra stoelen werden van de wal aangevoerd om iedereen een zitplek te kunnen geven. De kapitein deed zijn uiterste best om de opvarenden te overtuigen dat het weliswaar erg vol werd, maar dat hij dit vaker meegemaakt hadden en dat het allemaal wel goed zou komen. Je zag daarmee de twijfel op de gezichten van de meeste toeristen toenemen. Het kostte een uurtje extra om iedereen, inclusief een aantal locals aan bord te krijgen. Uiteindelijk vertrokken we begeleid door een heerlijk zonnetje en een koele bries. Eenmaal in de vaart werd het rustiger en groeide het vertrouwen in een leuke en rustige tocht richting Pang Beng. Dat werd het ook, aan boord een internationaal gezelschap van luidruchtige Ozzies, ratelende Italianen, sjachereinige Duitsers, ingetogen Franzosen, en giegelende Vlaamsen. Naast uiteraard de autochtonen die op verschillende plaatsen “voor de deur” werden afgezet. Voor mij een mooie gelegenheid om wat teksten te maken voor de blog. Je moet een een beetje je doening houden zou mij vader gezegd hebben. Niet wetende dat hij en passant een woord toevoegde aan de Nederlandse taal. Kortom een nuttig en leuk boottochtje waarbij je wat ook wat relevante en irrelevante vakantieverhalen uitwisselt me je reisgenoten. Doorsnede van de opvarenden; gemiddelde leeftijd tussen de 22 en 32, reizend in koppeltjes van 2 of 4, Europees en reizend met een grote rugzak en een kleine borstzak, korte broek en lopend op slippers. U hebt nu een beeld?
Pang Beng is niet meer dan een grote helling met daarlangs een rij eet- en guesthouses, met bovenaan de helling een tweetal ATM’s. De plaatselijke horeca accepteert nog geen credit cards, dus dan moeten er lappen getapt worden. Bij het tappen vergisten wij ons in een nulletje en zo liepen we weg met slecht 200.000 Kip in plaats van 2 miljoen. We konden er overigens het diner gemakkelijk van betalen, maar er bleef onvoldoende over voor het betalen van de overnachting, dus nog maar een keer naar boven gelopen om wat extra bij te tappen.
De hellingen van de Mekong zijn volop groen, op enkele plaatsen is het in cultuur gebracht, maar het overgrote deel is wildernis, groene wildernis. Hoofdzakelijk loofbomen en heel veel klimplanten. Het water van de Mekong is lichtbruin, niet helder in elk geval, weinig vervuiling, snelstromende en daagt daarmee niet uit tot zwemmen. Af en toe zijn er wat huisjes zichtbaar tussen al het groen, meestal van hout en ogenschijnlijk armoedig. Maar wat is armoedig in zo’n mooie omgeving en in zo’n lekker klimaat. Wij betalen er een hoop geld voor om het te mogen zien, zij hebben het gratis, elke dag weer. Wat is rijkdom? Bij een van de huisjes of boten worden weer wat locals afgezet met in hun kielzog de inkopen voor naar schatting wel een paar weken voorraad. Het aanmeren en de plaatselijke jeugd op de kant levert weer wat reuring op voor de opvarenden. Een amusant reisje dat ik van harte kan aanbevelen, maar na 2 dagen zitten, kijken en schrijven op doorgezakte banken ben je redelijk versleten. Daarom eerst een paar dagen rust in Luang Prabang, genieten van de mooie stad en ons prepareren voor de China reis, het 3e deel van onze reis.
Wonen in de tropen
In landen zoals Indonesië en Thailand heeft wonen een andere dimensie dan in een kikkerlandje als Nederland. Naar mijn beleving gaat wonen in Nederland vooral de kwaliteit van het huis dat je bewoont en de wijk of buurt waar het staat. Misschien is wonen nog wel meer de luxe en het comfort dat je binnenshuis ervaart. De woon- of zitkamer met TV (wellicht al wat ouderwets) video- en geluidsinstallatie, vooral bedoeld om te genieten van een video, muziek, een boek en een heeeeeel gemakkelijke zit. Comfort is ook de warmte van verwarming bijvoorbeeld in de vloer, kachel (gezelligheid) of anderszins. Voor comfort in keuken en badkamer stellen wel ook steeds hogere eisen en daar hebben in ieder geval de keuken- en badkamerleveranciers een zeer goed inkomen aan. De slaapkamer eist tegenwoordig meer dan alleen maar een bed. Kortom wonen in Nederland vertaalt zich naar comfort in het huis waar we hoge eisen aan stellen en veel geld aan uitgeven.
In Indonesië en Thailand heeft wonen een heel andere dimensie. Het leven vindt buiten plaats, op straat of op het land. Wonen is meer een plaats waar je bescherming hebt tegen de zon en regen en waar je leeft samen met je familie. Een huis in vooral een dak en een paar muren ter bescherming van de privacy en rust in de slaapkamer. Toilet en douche zijn soms nog naast het huis al of niet nog in de buitenlucht. De keuken is soms nog als het ware aangebouwd en bevindt zich onder een afdak, nieuwe huizen hebben keuken en sanitair wel in huis. Wat wij de woonkamer zouden noemen is bij hen vaak een soort van veranda, met een strak betegelde en keurig schoongehouden vloer, waar je al dan niet in een stoel maar meestal gewoon in kleermakerszit op een kleedje uit de zon kan zitten en waar je ook elk verkoelend briesje kan meepikken. Voor de strak betegelde vloer zet je je slippers neer, want waag het niet met die vieze dingen op de schone vloer te komen… ook bij moskeeën en tempels doe je schoenen uit en wordt de vloer voortdurend schoongehouden. Overigens wordt in Noorwegen ook geen schoenen geduld in de kamer, wellicht zijn wij daarin wat al te vrijgevochten of wat lomp misschien wel.
De temperatuur is altijd ergens tussen de de 15 en 35 graden, dus bescherming tegen kou Is niet nodig. Integendeel huizen zijn gebouwd om koelte te verkrijgen, wanden van gevlochten bamboe laten ook lekker dat beetje wind door waardoor verkoeling wordt bereikt. De betere huizen en hotelkamers hebben allemaal airco, maar ik ben niet zo’n fan van de airco. Het maakt herrie, blaast erg hinderlijk over je bed en staat soms zo koud dat je van schrik direct je hotelkamer weer uit wil rennen. “Je kwam toch ook voor de warmte naar dit vakantieland”? Huizen zijn gebouwd op bescherming tegen regen en zon en moeten voor verkoeling en wat privacy zorgen. Meer is eigenlijk niet nodig. Luxe ontbreekt, daar is geen geld voor en heeft blijkbaar geen prioriteit, TV’s zie je soms wel, maar ik krijg niet de indruk dat de TV in het sociale leven enige rol speelt. Het leven vindt plaats op straat, daar hoor je het (plaatselijke) nieuws, daar eet je, daar ontmoet je je buren en vrienden.
Wat veel belangrijker is dan een bank op je terras is een scooter of motor voor je huis. Om op straat te kunnen leven moet je wel op die plekken kunnen komen en daar heb je vervoer voor nodig. Nu Is vervoer door alle bemo busjes betjak etc. toch wel erg eenvoudig, je bent natuurlijk nog onafhankelijker als je zelf kunt beschikken over een vervoermiddel. Daar kan de hele familie van profiteren, want als je kan lopen dan kan je ook zo ongeveer een brommer besturen, althans daar lijkt het verdacht veel op. Jongens en meisjes van 3 turven hoog scheuren al rond op zo’n ding.
Luxe en comfort komen nog niet voor op het lijstje van de Indonesiërs, Thai en Laotianen. Het gemak waarmee ze uren op hun hurken of kleermakerszit kunnen blijven zitten lijkt een stoel en bank ook een overbodig meubelstuk. Wat kan het leven soms verrassend eenvoudig zijn, als het klimaat zo mooi is en dat je geen kou hebt. Bij ons ligt het toch wel wat complexer, we richten ons huis in met kostbare meubels, apparatuur om het wooncomfort te verhogen en wat doen we als we vakantie hebben. We doen afstand van die comfortabele omgeving en gaan kamperen of gaan naar een warm land om te genieten van het comfort van het lekkere weer. De mensen hier gaan niet op vakantie, reizen is ook geen reden (en waarschijnlijk ook geen mogelijkheid). Mensen hebben hierna altijd lekker weer en het wonen is daardoor ook lekker simpel. Een luxe die wij in onze vakantie opzoeken…. Vreemd?! Maar ja, alles is niet altijd zoals het lijkt!
Boeddhistische cultuur
Thailand staat bij de meeste mensen wel bekend als het land van Boeddhistische cultuur met heel veel tempels en dito monniken. Als je naar Thailand gaat en je laat je als toerist informeren, dan ontkom je er niet aan om enkele bijzondere boeddhistisch tempels en gaan bezoeken. Een tempel wordt hier een “wat” genoemd. Als je in Bangkok bent heb je er al gauw een handvol “must see wats” op je lijstje. Ik zal u niet vermoeien met de namen van de tempels die wij bezocht hebben, die we zouden moeten bezoeken, maar die wel gemist hebben en die waar we min of meer bij toeval tegenaan liepen. De reden waarom de tempel op prominent is en bezocht dient te worden is verschillend, het gaat natuurlijk om boeddha’s heel veel boeddha’s, uiteraard een hele grote boeddha prominent in het midden van de tempel, met daarbij nog tal van boeddha’s van jongere of oudere leeftijd afgebeeld en/of in andere positie weergegeven. Het gaat om een liggende boeddha, een gouden, glazen, witte, houten of jade boeddha. Elke “wat” probeert de ander “wat” daarin te beconcurreren, althans zo komt het mij voor.
Overigens was het Royal Palace het meest protserige complex aan bouwwerken wat ik ooit bij elkaar heb zien staan. Wat een goud, glas, krullen, toeters en bellen bij elkaar… en dan al die mensen met al hun camera’s en smartphone met selfiestick. Het is een grote toeristisch optocht door tal van kermisattracties… en nu wordt ik een beetje cynisch geloof ik.
Iedere keer is mijn eerste indruk bij zo’n protserig gebouw, ik kan het nog steeds niet onderdrukken, wat een protserig en geldverslindende monster is hier weer neergezet. Waarmee ik het boeddhisme geen verwijt wil maken, want als ik in een basiliek ergens in Italië of Frankrijk binnenstap of een moskee in Jakarta, dan komt dezelfde gedachte bij mij op. Waar haalt men heeft geld vandaan om zo’n enorm kostbaar gebouw te kunnen bouwen en te kunnen onderhouden?
De vraag stellen Is de vraag beantwoorden! De gelovigen leveren de financiële bijdragen in tal van vormen. Er kan natuurlijk van alles geofferd worden, in natura, dat is direct ter bestemming van het levensonderhoud van de monniken en er moet natuurlijk vooral in financiële zin geofferd worden. De laatste kan natuurlijk in directe giften, want er staan tal van potten en kisten met gleuven waar geld ingeschoven kan worden. Vanuit mijn jeugdjaren komen deze zaken bekend voor. In de katholieke kerk werd er ook bij voortduring gecollecteerd en ik kan me ook wel herinneren dat de pastoor jaarlijks langs kwam om te vragen hoe het dit jaar met de druiven, perziken, meloenen enz. gegaan was… of het nog wat hadden opgeleverd op de veiling. Een heel indirecte vraag voor een verzoek voor een jaarlijkse al dan niet flinke financiële bijdrage aan de kerkgemeenschap.
In de boeddhistisch tempels is het op veel plaatsen waar we geweest zijn, echt over the top. Een paar brandkasten in het front van boeddha met daar bovenin een grote gleuf is wat mij betreft te gek voor woorden. Andere vormen van collectie zijn; gouden papiersnippers verkopen die op het boeddha beeld geplakt mogen worden, grote oranje gekleurde lappen “kopen”die als onderdeel van het gebed /ritueel vanaf het boeddha beeld naar beneden over de biddende gemeenschap worden uitgespreid, verkoop van lootjes voor een loterij, lampjes ontsteken, etc. Bij een tempel was het eigenlijk een grote fancy fair. Daar kon je muntjes werpen in een aantal ronddraaiende geldpotten. Wat er (met je) gebeurt als je in de zilveren pot raak hebt gemikt, weet ik helaas /gelukkig niet.
In de omgeving van tempels is tal van bedrijvigheid. Al ruim voor de tempel staan er tal van stalletjes waar je offers kunt kopen in de vorm van bloemenslingers, (lotus)bloemen, etenswaar, wierrook in tal van soorten en maten, maar ook kikkers, vissen, visvoer etc. Allemaal offers die een rol spelen en/of onderdeel vormen van het geloof dat beleden wordt er waar tal van hele of halve waarheden, althans voor dit geloof, aan zijn verbonden. Van de andere kant is het big business, want als je ziet hoeveel mensen betrokken zijn bij zo’n tempel en de mensen die handel halen uit de offers die je kunt kopen, als je vervolgens in de tempel bent en ziet hoe gretig er offers worden gebracht en als je beseft hoeveel tempels er staan, dan realiseer je je dat dit een religie Is die een enorme business met zich meebrengt.
De vragen die vervolgens bij mij rijzen zijn dan te talrijk om hier allemaal te beschrijven, hierbij een kleine selectie:
- Kunnen de mensen het geld niet beter besteden, bijvoorbeeld eigen levensonderhoud?
- Is een gift, lees investering in het geloof of onderdeel er van wel rendabel?
- Kunnen die monniken niet in hun eigen levensonderhoud voorzien?
- Kan het niet een tandje minder ….. Al dat (blad) goud,
- Hoeveel boeddha’s moet je in een tempel plaatsen, Is een niet genoeg?
- Welke competitie speelt hier? Wie heeft de grootste op meest bijzondere boeddha in zijn tempel?
- Kan het niet wat efficiënter met al die tempels? Elke buurt of gehucht heeft zijn eigen “wat”.
- Zo kan ik nog wel even doorgaan…
Niet eerlijk natuurlijk om deze vragen zo te stellen, want ik ben niet gelovig (meer). Als je gelovig bent, geloof je in genade, geluk, voorspoed, een gelukkig leven na de dood… Het ligt in het geloof en bijbehorende rituelen opgesloten dat je offers brengt, dat daar een hele mooie tempel voor nodig is waar je aan meebetaalt en dat je als resultaat van je offers, gebeden en wat dies meer zij, je wensen worden verhoord, dat je zorgen overgaan en je problemen worden opgelost.
Ik sla een beetje door geloof ik en ik wil u ook niet van uw geloof af praten, maar de essentie is wel dat ik het schandalig vind dat arme mensen worden aangezet om een deel van hun (financiël) bezit af moeten staan aan een gemeenschap die daar dan dit soort gebouwen voor neerzet. Niet alleen in Thailand,Laos, Indonesië en ook naar verwachting straks ook China, maar ook in Frankrijk, Italië, Spanje, Saoedi Arabië enz. Dat is dan weer een zonde op zich zou ik zeggen. Vervolgens ga je dan als toerist weer die gebouwen, tempels, paleizen bekijken, dus op een andere manier die je toch mee, vertwijfeling slaat weer toe……
Toch wil ik de negatieve smaak van het geloof die ik u in deze post wellicht heb meegegeven, wat wegspoelen met de stelling dat het geloof, wel bijdraagt (ook bij mij) aan een referentiekader een richtlijn waarmee je je leven kunt inrichten. Of het nu 10 geboden zijn, de begrippen geloof, hoop, liefde en berouw, de levenswijsheid van het boeddhisme of vanuit de koran, het biedt mensen houvast en geeft richting aan hoe te leven. Maar zoals het met alles is, je kan er in doorslaan, een eigen (verkeerde) interpretatie aan geven en dan kom je uit bij extremen zoals bijvoorbeeld het nastreven van een kalifaat…… waarin mensen worden afgeslacht omdat ze een ander geloof belijden of opvatting daarover hebben, vrouwen een mensonwaardig bestaan wordt voorgeschreven. Waarom? Omdat je daarmee in het leven hierna, in welke vorm dan ook, een beter leven zult krijgen? Ik geloof er niet in!
Birma spoorlijn
Als je stilstaat bij het feit waarom je een bepaalde plaats of streek aandoet op vakantie, dan is dat toch in veel gevallen de historie de aanleiding. Kanachaburi zegt u waarschijnlijk helemaal niets, maar als ik daarbij vermeld dat het ligt aan de rivier Kwai (Thaise uitspraak is overigens als in square, maar dan zonder s), dan gaat er bij de meesten onder u een belletje rinkelen. “The bridge over the river Kwai” is alweer lang geleden een bestseller geweest in zowel boek als film. Daarnaast wordt met enige regelmaat de oude KNIL soldaten weer in het nieuws gebracht of de situatie van de rol van de “troostmeisjes” onder onze aandacht gebracht. De meeste onder u zullen bij lezen hierover zich inmiddels wat bijzonderheden over de aanleg van de Birma spoorlijn herinneren en voor diegene die dat niets zegt, hierbij in de verkorte versie van de essentie.
Japan wilde in de 2e WO de aanvoer van oorlogsmaterieel in ZO-Azië vanuit de golf van Thailand over land uitvoeren, omdat er op zee op teveel tegenstand van de Geallieerde vloot gerekend moest worden. Een spoorlijn vanuit Bangkok door Thailand naar Birma (Miramar) zou de Japanse opmars in ZO-Azië beter kunnen ondersteunen. Een oud afgekeurd plan van de Britten werd uit de la getrokken en de Japanezen zouden dat wel even uitvoeren. Met heel veel krijgsgevangenen waaronder Engelsen, Australiërs en ook Nederlandse KNIL soldaten uit Indonesië werd met verhoogde snelheid de spoorlijn aangelegd. Hierbij zijn ten gevolge van erbarmelijke omstandigheden, werkdruk, klimaat, en gebrek aan goede voeding heel veel mensen komen te overlijden. De oorlogsbegraafplaatsen zijn er het bewijs van en dat Is nog maar een schijntje van het aantal dat is omgekomen.
Cruciale plaatsen in de spoorlijn waren de passen en rivieren die genomen moesten worden. Materiaal voor de bruggen en spoorbielzen (hardhout) werd ter plekke uit het oerwoud gehaald en ook de materialen voor het opbouwen van een verblijfplaats (kamp) voor de werkers aan de spoorlijn werden uit het oerwoud onttrokken. De bridge over river Kwai heeft bekendheid verworven vanwege het feit dat het door bombardementen van de Geallieerde is vernietigd. Hells Gate is een andere plaats waar met name vanuit de Australiërs veel aandacht voor Is, dit vanwege de enorme zware opdracht aan de Australiërs om een pas te creëren in enorme rotsformaties.
Een bezoek aan deze plaatsen doet je weer beseffen dat mensen in tijd van oorlog heel wrede dingen kunnen doen en dat het doel in dergelijke situaties kennelijk alle middelen en methoden toestaat. Tegelijkertijd realiseer je je dat hetgeen terroristen op dit moment doen niet in de wereld niet veel anders Is. Onschuldige slachtoffers creëeren om een doel te bewerkstelligen waarvan zij denken dat de wereld er beter van wordt. Volgens mijn historisch besef hebben oorlogen de wereld nog weinig goeds geleverd, of en dat klinkt wel heel wrang, het moeten toeristische trekpleisters zijn…. Dat is wel heel dubbel en ook heel raar!
Ik raak nu in grote vertwijfeling….
Fietsen in Bangkok
Co Van Kessel is een begrip in Bangkok, een Nederlander die 20 jaar geleden in Bangkok een organisatie heeft opgezet die tal van tochten door de stad organiseert. Via Karin en Ronald hadden we al het advies gekregen om dat te gaan doen, dat werd nog eens bevestigd door Karin van Mouse. Wat deden we als eerste toen we Bangkok aankwamen… Fietsen met covankessel. We hadden gekozen voor de 9 uurs trip en toen we aankwamen bij de locatie zat Henry ons mede fietsgenoot al klaar. Een toerbuschauffeur uit Eindhoven, gezellig en ook fanatiek (zou later blijken). Meer liefhebbers hadden zich niet aangemeld dus vertrokken we onder de bezielende begeleiding van Amy aan onze tocht. Het eerste deel ging door de Chinese wijk en de markt. De meest smalle straatjes die je kan bedenken. Af en toe had je het gevoel dat je zomaar bij iemand de keuken binnen fietste. Een deel van de inwoners verdient de kost door auto’s tot op het bo(u)t uit elkaar te halen en dat te verkopen aan de liefhebbers. Kan me niet voorstellen wie dat zijn, maar kennelijk bestaan ze. Zo fiets je het ene moment langs een stapel aandrijfassen, krukassen, tandwielen en het andere moment langs de keuken van iemand, waar ook ‘s morgens vroeg natuurlijk volop wordt gekookt.
Daarna met een oer Thaise trein naar Oost Bangkok. Op zich al een belevenis, je kijkt je ogen uit wat er zo naast de spoorrails wordt neergezet. Soms maar enkele centimeters afstand. In Nederland zou dit ondenkbaar zijn. Soms stopt de trein omdat er nog wat verkeer op de overweg in de file staat, dat is dan tevens een tijdelijke op- en uitstap plaats geworden.
In het oostelijk deel van Bangkok ging het langs kanalen die vol stonden met een soort waterplanten die voor productie geteeld werden. Ook wat tempels gepasseerd uiteraard, want Bangkok staat er vol mee. Bij tempels worden voortdurend offers gebracht en die offers worden blijkbaar ook aan het water gebracht. Wij waren getuige van offering met vissen en kikkers. Dit soort offers koop je dan ergens nabij een tempel en in dit geval werden de diertjes in het kanaal naast tempel geofferd waarbij een wens werd uitgesproken. In de meeste gevallen moesten de enorme kikkers nog wel even wennen aan de enorme vrijheid en zat er niet veel beweging in.
Het fietsen was redelijk risicovol, want de paden waren ongeveer een meter breed en vaak was het minder. Goed je stuur houden was het devies, daarbij waren er zo hier en daar ook nog speedbumps neergelegd en wij als lange Hollanders hadden nog een extra handicap omdat de doorrijhoogte nogal beperkt was. Maaar als zo vaak schuilt het gevaar daar waar je het niet verwacht. Toen we na een korte stop juist weer op gang waren, schuif de aarde onder mijn wielen weg. Het gevolg een paar lelijke schaafwonden op mijn ene been en en verdraaide knie van de andere, en natuurlijk de schrik bij het hele team. De plaatselijke bevolking had de klap ook gehoord en kwam al met jodium en andere wondermiddeltjs aangelopen. Erg lief. Na de schrik viel de schade gelukkig mee en kon de tocht voortgezet worden langs rijstvelden en een fantastische lunchplek. Daarna verder en uiteindelijk arriveerden we een fraaie tempel, vanwaar we met een longtail boat richting Bangkok gingen. Nog een stukje met de sky train (een soort omgekeerde metro dus) waar de medereizigers nauwelijks opkeken van een stelletje toeristen met een fiets.
Kan niet zeggen dat ik heelhuids ben teruggekeerd, maar dat is inmiddels bijna weer verdwenen en vergeten. Het was een leuk tochtje en je ziet dingen die anders niet gauw zult zien. Zeker niet in een dag, covankessel is een must in Bangkok.