Terugkeer naar Sevilla dat gaat het worden vandaag. Volgens Anne is 25 jaar geleden dat we er waren, toen veel jonger en ook veel energieker want we deden een fietsvakantie met z’n vieren. Sevilla was onze eindbestemming en we sliepen toen in ons tentje zo ongeveer aan het eind van de startbaan van het vliegveld. Nu zijn we ouder, wijzer en doen we het veel comfortabeler zoals het pensionado’s betaamt. Ouder worden heeft vele voordelen, maar toch ook wel nadelen. Het geheugen begint je zo af en toe in de steek te laten. Zo was ik in de veronderstelling dat we destijds in Sevilla het Alcazar hadden bezocht, al moet ik daar direct bij zeggen dat ik geen sterke of moet ik tegenwoordig zeggen, een actieve herinnering aan had. Gerda was ervan overtuigd dat we er nog nooit waren geweest. Navraag bij Koos & Anne leverde daar ook verdeeldheid op. Uiteindelijk bracht een fotoboek de waarheid aan het licht. Inmidddels hadden we al min of meer besloten voor een bezoek aan het Alcazar.
We staan op een camping in Dos Hermanas, zo te zien een redelijk rijk voorstadje van Sevilla met een prima camping met palm- en sinasappelbomen. Afstand naar Sevilla is zo’n 17 km en moet met de fiets binnen het uur aan te rijden zijn. Dus stapten we monter onder een helder zonnetje op de fiets en reden onder begeleiding van mijn MIO, Dos Hermanas uit. Groene noch rode fietspaden in Dos Hermanas, dus gewoon met het verkeer mee over de vele en soms ook zeer grote rotondes. Daar hebben ze er wat van hoor hier in Spanje. In alle soorten en maten, met en zonder stoplichten, met en zonder rechtdoor mogelijkheid voor de bussen, met en zonder afslagen vooraf om de rotonde te kunnen mijden als je direct rechtsaf wil, met en zonder viaduct in het midden, met of zonder rechthoekig in het midden. Het is elke keer weer een verrassing wat je tegenkomt, maar met de fiets wel een uitdaging! Als we in de buurt van Sevilla komen verschijnen er tot onze vreugde groene fietspaden, niet al te breed en in beide richtingen, dus het blijft wel oppassen geblazen. Tot onze grote verbazing, nee ontzetting kan zo’n mooi fietspad ook ineens ophouden. Dan maar weer verder over de weg, met als gevolg dat we bijna de viaducten met de snelweg bijna daarop terecht kwamen. Gelukkig konden we nog tijdig een nooduitgang vinden. Op de terugweg kwamen we er achter dat we eerder hadden moeten oversteken, dan aan de overkant onze weg vervolgen voor zo’n 200m en dan niet het fietspad blijven volgen, maar bij het stoplicht oversteken naar de middenberm en daar lag geheel verscholen tussen het oleander struikgewas een groen fietspad. Als je het weet is het heel veilig, maar helaas ontbreekt elke bewegwijzering natuurlijk.

Met wat extra kilometers en frustraties kwamen we heelhuids in het centrum van Sevilla aan. Toen we langs de muren van het Alcazar liepen werden mijn herinneringen sterker en was ik er bijna zeker dat ik daar eerder binnen was geweest. Toch maar aangesloten in de rij voorden ticket, al betekende dat niet dat je direct toegang hebt. Vanwege de drukte krijg je een bepaald tijdvenster toegewezen, voor ons was dat half drie in de middag. Tot die tijd was er genoeg te zien in de stad dus zijn we de meeste bezienswaardigheden afgestruind. Rond kwart over twee stonden we in het Alcazar en werden de herinneringen duidelijker, maar ook de beelden die vreemd genoeg niet waren opgeslagen. Veel Moorse en Barok invloeden in de architectuur. Gerda kon niet geloven dat ze dit ooit zou kunnen vergeten, maar toch, blijkbaar. Heel veel soortgelijke patronen en bogen en stijlen zoals we die ook in het Alhambra al waren tegengekomen. De vraag dringt zich aan wat is er nu mooier. Ik was lyrisch over het Alhambra, gaat er iets boven lyrisch? Ik weet het domweg niet, dus laat ik de vraag over het mooiste onbeantwoord. Hoewel heel veel aspecten aangaande de architectuur overeenkomen en vergelijkbaar zijn en er geen winnaar valt aan te wijzen vond ik de veelheid aan diversiteit in architectuur en natuur/tuinen in het Alhambra wel aangenamer. Oordeel zelf maar aan de hand van de foto’s .






Sevilla heeft nog veel meer te bieden, dus besluiten we nog een dag te blijven en nu we de fietspaden weten te vinden is het risico op ongelukken aanmerkelijk afgenomen. Zo is er natuurlijk een arena, er zijn poorten en bruggen en… er is natuurlijk nog een kathedraal. Hoeveel kathedralen kan je hebben? Ik moet eerlijk bekennen dat de verzadiging zich nu wel duidelijk begint aan te kondigen.
Na eerst de boodschappen te hebben gedaan, stappen we weer vol goede zin op de fiets en rijden bijna (slechts één boze Spanjaard kunnen scoren dit keer) feilloos naar Sevilla. Eerst maar even over de boulevard langs de Gualdalquiver naar de Toros arena. Wel tickets voor de avond aangeboden gekregen, maar we zijn niet zo van de stierengevechten. Ik was ook in de veronderstelling dat de Spaanse tak van de Partij voor Dieren dat hier ook een verbod voor elkaar had gekregen, maar blijkbaar strekt de invloed van PvdD niet zo ver. Inmiddels hebben we de belangrijkste bezienswaardigheden bekeken en rest ons nog slechts de kathedraal. De toegang is inclusief een bezoek aan de toren, tot aan de klokken. Bijzonderheid die te vermelden waard is, is dat we geen trappen behoefden te lopen. Het zijn namelijk allemaal korte hellingen in plaats van trappen, 38 verdiepingen hoog en het uitzicht over de stad is fraai.





Ja en dan opnieuw een kathedraal, wat kan ik er nog over zeggen? Wederom heeeeel veeeeeel pracht & praal. Bekende structuur in de kathedraal, met natuurlijk een gigantische altaar, van puur goud? Ik denk het niet, het zou een onschatbare waarde vertegenwoordigen waarmee Spanje direct zijn begrotingstekort zou kunnen oplossen. Voor alle zekerheid wel verborgen achter een heel groot en zwaar smeedijzeren hek. Een gigantisch koor in het midden met heel veel houtsnijwerk en heel veel marmer beeldhouwwerk, in de sacrestie nog heel veel schatten in sierraden en schilderijen. Ik bemerk dat bij mezelf weer die terugkerende vragen opkomen. Hoeveel mensjaren werk zit er verscholen in zo’n kathedraal? Al die bouwvakkers, timmerlieden, beeldhouwers, edelsmeden, kunstschilders, transporteurs, sjouwers en younameit die hier hun levenswerk hebben verricht en hun bestaan aan hebben gewijd. Wat zou al dat werk niet opgeleverd kunnen hebben als er geen geloof zou zijn geweest? En de vervolgvraag is, waar is al dat geld vandaan gekomen dat dit heeft gekost? Misschien een studie kustgeschiedenis gaan doen in combinatie met theologie en historische economie? Dat op zich zou dan op zijn minst al weer een levenswerk zijn! De vragen zullen wel nooit beantwoord worden, hoeveel en hoe vaak ik die ook aan mijn zelf stel. Misschien even een tijdje geen kathedraal meer bezoeken?






We willen onszelf belonen met een tapas maaltijd op het terras met zicht op de kathedraal, maar het door Dominicus aangeprezen restaurant blijkt in de loop der jaren de kaart gewijzigd te hebben. Ok, dan laten we ons de Paëla maar goed smaken.
Terugwandelend naar de fietsen nog een heel naar incident meegemaakt. In Sevilla kun je in een rijtuig met paard een rondrit door de stad maken. Op het plein rond de kathedraal is een soort van paardentaxistandplaats. Plotseling kwam er een op hol geslagen paard aan en de koetsier kreeg zijn paard niet meer onder controle. Het was een fascinerend en angstaanjagend gezicht. Enerzijds de houding van het paard en anderzijds de angst en onmacht bij de koetsier. Ik kreeg de indruk dat toen hij zich realiseerde dat er letterlijk geen houden aan was, er voor koos om dan maar van de bok af te duiken. Het paard ging er met koets alleen vandoor, ramde een paar andere koetsen die daar met paard stonden geparkeerd en ging er vandoor. Omstanders schoten aan alle kanten toe om de koetsier op de been te helpen, maar die had duidelijk veel pijn en bleef liggen. Een stuk verder vonden we het paard terug dat blijkbaar uit de bocht was gevlogen en tegen een hek was geknald. Het werd door een legertje mannen tegen de grond gedrukt en was rustig en leek onbeschadigd. Toen wij met onze fiets wegreden hoorde we de ambulances met gillende sirenes. Al denk ik niet dat een paard in een dierenambulance zal passen. Het geeft je ineens een bijzonder gemoedstoestand. Het was zo lekker relaxed vandaag en dan dit. Pijnlijk.
De weg terug was eenvoudig dit keer, mede door een belangrijk, maar heel herkenbaar markeringspunt.

Morgen verder richting Cordoba, ook eerder geweest, maar ook ik heb daar nauwelijks herinnering meer van. Als we weer thuis zijn de fotoboeken van 1997 er maar eens op naslaan.