New Orleans

New Orleans is de kraamkamer van veel goed muziek stromingen zoals de dixieland en jazz muziek. Het is ook de stad die bekend staat als het doorlopende carnaval (mardi grass). Het is er 365 dagen in het jaar feest, vertelde de receptionist van het hotel in Montgomery. Dat kent zijn gelijke niet, maakte hij ons duidelijk. Onze verwachtingen groeiden naarmate we dichter in de buurt kwamen van NOLA of “The Big Easy” zoals de stad ook bekend staat. De plek waar het aldaar allemaal samen komt is het French Quartier, een wijk van 2 vierkante km. Het is een raamwerk van straten waarbij er een dé plek is waar alles bij elkaar komt; Bourbon street! Een aangesloten rij van kroegen, feest- en eettenten, met daarin of daarbuiten toeristen en zwervers, hoeren en travestieten, heren en dames, blanken en zwarten, artiesten en vergane glorie, dronkaards en wereldverbeteraars alsmede alle variaties uit de LHBTI-scene. Kortom dé uitgaanswereld met een lengte van ruim 1 km. Het doet mij het meeste denken aan mijn (wilde?!) jeugdjaren waarin een mix van vakantietijd in Valkenburg of Altenahr en carnaval. Het heeft ook wel wat weg van de Gentse feesten als het gaat om de scala van verschillende soorten optredens die je kunt gaan zien en horen.

20180420_213329

De eerste avond dus direct op zoek naar de Franse wijk en voordat je er erg in hebt belandt je dan ook in Bourbon street. Dan denk, hmm was dit nu die hele reis over de grote plas wel waard? Wat een puinhoop! Wat een gekrioel van mensen, Wat ene opzichtig gedoe. Maar als je dan in een aardig kroeg belandt, dan maakt de sfeer en de muziek heel erg veel goed. Oude jazz, moderne jazz, dixieland, R&B, harde blues, maar (helaas) ook veel DJ’s met rap,  trance, techno. Op een city trip van school wilde ik me vanuit andere motieven verleiden om met de stijlen te ondergaan, nu kom ik voor de originele jazz, R&B, blues en alle varianten daar weer van. Biertje erbij en genieten maar.

De Bourbon street is wellicht het meest bekend, maar de twee volgende avonden zijn we naar French street gegaan, dat is ons veel beter bevallen. Meer de muziek waar wij van houden of waarmee we ons lieten verrassen. Heel mooi is ook de straatmuzikanten. Soms zijn het hele blazersensembles bestaande uit 10 tot 12 man, zeg maar de “Knotwilgen” (van neef Mark)  maar dan van NOLA. De sfeer in French street is ook aangenamer, minder opgeklopt, meer puur muziek. Kortom daar kwamen we dus voor, je onderdompelen in allerlei muziek en je laten verrassen door heel veel enthousiasme.

Het was niet altijd heel goed, maar het bracht iedere keer wel heel veel sfeer. Sta je te genieten ven een enthousiast groepje dat stevig funk met blues combineert, beginnen ze aan een volgend nummer en dan verbaas ik mezelf dat mijn hart overslaat als ik de eerste akkoorden hoor van Hey Joe. Te laat pak ik mijn telefoon en probeer het vast te leggen. Als toetje nog 2 nummers van Hendrix, mijn dag kan niet meer stuk.

Alles wat die avond volgde was bijzaak. De derde dag dus wederom naar French street, na in de eerst in de ochtend ook nu wat andere cultuur in het Museum of Modern Art te hebben gesnoven.

Weer genoten van de nodige optredens, maar twee oude bluesrakkers gesteund door 2 blanke jonge knapen spanden de kroon. Heerlijk die oude blues van Muddy Waters, John Lee Hooker, maar ook van Eric Clapton en andere jonge goden. Een fantastische afsluiting. Wellicht later nog meer blues als we in Clarksdale of in Memphis aangekomen zijn.

 

 

Een gedachte over “New Orleans

  1. Peter Willems april 27, 2018 / 10:29 am

    Klinkt lekker hoor. Biertje erbij en relax man.

Laat een reactie achter bij Peter WillemsReactie annuleren